Geschiedenis
Het huis genaamd Huize Dijkzicht dateert in zijn huidige omvang, zoals uit historisch onderzoek blijkt, uit 1820. Echter reeds in 1796 is op dezelfde plaats een eenvoudige woning gebouwd welke door de latere eigenaar P.C.A. Sichterman is verbouwd en vergroot tot de huidige omvang. In de 18e eeuw was het huis en de omliggende gronden en opstallen onderdeel van het oude Essense leengoed `Leesersgoet`. Eveneens onderdeel van dit leengoed was destijds ook herberg Žde KakelaarŽ. Deze herberg lag direct over de brug over de Overijsselse Vecht, direct tegenover huize Dijkzicht, aan de noord- zuid verbinding welke de reiziger komend uit de stad Zwolle toegang verschafte tot het noorden. In 1787 werd Žerve en goed de KakelaarŽ gekocht door mr. H. Middelburg en zijn vrouw Aleida Johanna van Haarst van Janna van Doorn voor 9.000,-.
In 1806 koopt, bij openbare veiling, Paulus C.A. Sichterman (rechter en lid der Staten van Overijssel) het destijds genaamde "Buitengoed Dijkzigt" bestaande uit `huys, tuin, allees, bosschen, koepels en waterpartijen etc.Ž alsmede de herberg Žde KakelaarŽ en het omliggende weide- en hooiland. Hij huwde zijn vrouw Mechteld Royer in 1815 en vergrootte de woning in 1820. Hun zoon Mello Sichterman erfde het buitengoed en betrok het huis met zijn vrouw Anna van Fridagh. Zij kregen een dochter Johanna die later huwde met Johan Greven, burgemeester van Hasselt.
Mr. Mello Sichterman was advocaat, later rechter te Zwolle evenals zijn vader, en ook hij was lid van Gedeputeerde Staten van Overijssel. Hij overleed in 1892 waarna Buitengoed Dijkzigt in een onverdeelde boedel aan zijn erfgenamen bleef, die het huis pas in 1956 verkochten aan J. de Gruiter, architect en oprichter van DGA architectenbureau te Zwolle.
In 1928 werd het huis in gebruik genomen als Jeugdherberg tot de tweede wereldoorlog in welke oorlog het huis werd gevorderd door de bezetter die er jonge arbeiders, die moesten werken aan de frontlinie, in huisvestte. Uit deze periode stammen ook de vele prentenkaarten die vanuit Zwolle zijn verzonden door de diverse tijdelijke gasten en bewoners. In 1956 verbouwde de Gruiter het huis tot kantoor en vestigde er zijn architectenbureau. Hij voorzag het huis van een (zuidelijke) woonvleugel en de noordvleugel, waar zich onder andere de wasplaats bevond, vergrootte hij met een garage, opslag en een fietsenstalling. Deze ruimten werden in 1972 verbouwd tot eveneens een woning welke later door zijn zoon Jan werd betrokken als woonhuis.
Na het overlijden van J. de Gruiter sr. erfden zijn twee zoons, beide architect, het architectenbureau als ook de opstallen. Na het overlijden van hun moeder werd de boedel verdeeld. Zoon Jan verwierf huize Dijkzicht en zijn broer het architektenbureau (DGA architecten) welke prompt naar elders verhuisde. DGA architecten is thans nog gevestigd te Zwolle.
J. de Gruiter jr. exploiteerde het landgoed, verhuurde het kantoor aan onder andere Westland-Utrecht Hypotheekbank en later aan Cebag als ook verhuurde hij de woning. De opbrengst was niet voldoende voor zowel bestaansonderhoud als ook onderhoud van erve en goed. Het landgoed werd derhalve slecht onderhouden en verpauperde tot de opstal in 1995 in slechte staat leeg kwam te staan. Ook het bos, de tuin en het weiland werden niet meer onderhouden vanwege de zeer geringe opbrengst van de houtkap.
In 1998 werd het verkocht aan de huidige eigenaar die het geheel restaureerde tot in de huidige staat.